Home

Dorpsgenoten

Tussen 2005 en 2013 is er door diverse auteurs een rubriek geschreven voor dorpsblad Biddinghuizen Actueel: "Dorpsgenoten". Deze verschenen bovendien op de website van Dorpsbelangen Biddinghuizen en (met alleen intro) als nieuwsbericht op de nieuwswebsite BHZNet.nl.
Op deze website dorpsgenoten.biddinghuizen.org vindt u het archief van deze rubriek terug.
Heeft u vragen over de inhoud van de artikelen, neem dan contact op met Dorpsbelangen Biddinghuizen of met de redactie van nieuwswebsite BHZNet.nl.
Aan de inhoud van de artikelen kunnen geen rechten worden ontleend.


Ieder mens heeft zijn of haar eigen levensverhaal, soms indrukwekkend, soms verrassend, soms heel gewoon, maar toch altijd weer bijzonder. In de rubriek DORPSGENOTEN….wordt wekelijks een kijkje genomen in het leven van een Biddinghuizenaar.
Door Herma Loohuis

Ton Benink - Ton Benink, een zakenman, weer terug op de basis

19-11-2011


Hij heeft in veel landen gewoond en is zeer internationaal georiënteerd: zijn familie woont verspreid over de wereld, hij is zakenman in hart en nieren, vrijmetselaar geweest , heeft In het Jappenkamp gezeten, veel ziek geweest daardoor, in 1993 onder moeilijke omstandigheden terug naar Nederland. Hij,Ton Benink, is 73 jaar en woont op Park “De Boschberg”; hij heeft drie dochters op drie continenten. Ondanks dat hij de pensioengerechtigde leeftijd heeft, werkt ie nog alle dagen met veel plezier in de tropische productenhandel, arbeid adelt, toch?

Ik ben geboren in 1938 in Den Helder als zoon van een marineman. Mijn moeder was dochter van een fietsenmaker uit Assen. Toen ik anderhalf jaar was gingen we naar Soerabaja in Indonesië. In 1942 werden we geïnterneerd in een berucht Jappenkamp. Mijn vader zat bij de marine in de onderzeedienst en moest met de marinevloot naar Australië met de geallieerden, getorpedeerd maar overleefd. Mijn moeder is op Java achter gebleven met twee zoons in de leeftijd van vier en anderhalf jaar. We hebben daar ruim drie en een half jaar vastgezeten.
 
In 1946 zijn we via Australië, waar mijn ouders zijn gescheiden, teruggekeerd naar Nederland. We trokken in Assen in bij mijn grootouders. Ik zat daar van 1946 tot 1948 op een school. Mijn stiefvader wachtte tot hij opgeroepen werd door zijn oude firma en is toen weer uitgezonden naar Indonesië. Wij zijn weer mee gegaan, naar Sumatra dit keer, waar hij werkzaam was in cultuurondernemingen. Ik lag daar zes maanden in een rimboe hospitaal zonder echt onderwijs te genieten. Ik kreeg, geloof ik, een paar boekjes en mijn moeder hielp me. Ik las heel veel. Ik had de ziekte van Perthes, een heupgewrichtaandoening. Ik heb ook even in een internaat gezeten, daar kreeg ik weer last van mijn heup en kwam ik in een rekverband met een gewicht eraan. In 1950 werd ik, terug in Nederland, geopereerd.

De ondervoeding en het vitaminegebrek in het kamp hadden de ziekte van Perthes verergerd. Gedurende de lange tijd dat ik weer in bed lag, was mijn opa ook bedlegerig. Hij leerde me mandoline en mondharmonica spelen. Natuurlijk moest ik weer formeel onderwijs krijgen. Mijn ouders gingen terug naar Indonesië. Wij werden achtergelaten in Assen bij vreemde mensen (als “Indische” jongens). Daar hebben we vijf jaar gewoond. Ik kwam in klas zes terecht en moest heel veel inhalen, daarna bezocht ik de HBS. Mijn moeder kwam eens per jaar op bezoek met de boot, een reis van zes weken. In 1955 kwamen mijn ouders voorgoed terug. In Deventer heb ik de HBS in 1959 afgemaakt. Ik ging studeren op Nijenrode ( nu Business Universiteit; daarvoor Nederlands Opleidingsinstituut voor het Buitenland – NOIB.) Het was een 2-jarige interne opleiding met Engels als voertaal.

Ondanks mijn handicap speelde ik zeer actief volleybal, eerste klas in Deventer, vierde klas volleybal in Utrecht en was spelverdeler. Na die tijd heb ik mijn eerste vrouw leren kennen. Ik ben begonnen in een chemisch bedrijf, toen getrouwd en naar Philips in Den Haag en van daaruit naar Mombassa in Kenia. Daar begon mijn carrière in de internationale productenhandel,die liep via Tanzania en Engeland naar Zuid Afrika, in de boycotperiode. Mijn motto is altijd geweest: mensen moet je met respect behandelen. Ik heb naast het besturen van een fabriek voor het pellen van zonnebloemzaad bijna van alles verhandeld zoals sisal, koffie, bijenwas, Arabische gom, bonen, maïsproducten, specerijen; eigenlijk alles behalve slavinnen, ivoor, drugs en edele metalen. Vanuit Afrika verhandel ik nu nog steeds o.a. chilipepertjes, cacaobonen, zuidvruchten en noten. Vanaf 1993 heb ik in Heerenveen negen jaar als langste tijd ooit op een plek gewoond en gewerkt, ondertussen met mijn tweede vrouw. Mijn drie kinderen waren al zelfstandig: eentje woont in Amerika, een in Mozambique en de andere woont in Nederland. Na mijn scheiding ben ik min of meer bij toeval in Biddinghuizen terecht gekomen.

Biddinghuizen: Sinds twee en een half jaar woon ik hier. Plezierig, heerlijk landelijk, centraal, aan de Flevoboulevard met goede eettentjes. Je kunt golven, tennissen, zwemmen, de boot op loopafstand. Brood van de warme bakker. Ik probeer lokale ondernemers waar mogelijk te ondersteunen.

Eerder verschenen in Dorpsgenoten:

Realisatie: Sybit - Software op Maat