Home

Dorpsgenoten

Tussen 2005 en 2013 is er door diverse auteurs een rubriek geschreven voor dorpsblad Biddinghuizen Actueel: "Dorpsgenoten". Deze verschenen bovendien op de website van Dorpsbelangen Biddinghuizen en (met alleen intro) als nieuwsbericht op de nieuwswebsite BHZNet.nl.
Op deze website dorpsgenoten.biddinghuizen.org vindt u het archief van deze rubriek terug.
Heeft u vragen over de inhoud van de artikelen, neem dan contact op met Dorpsbelangen Biddinghuizen of met de redactie van nieuwswebsite BHZNet.nl.
Aan de inhoud van de artikelen kunnen geen rechten worden ontleend.


Ieder mens heeft zijn of haar eigen levensverhaal, soms indrukwekkend, soms verrassend, soms heel gewoon, maar toch altijd weer bijzonder. In de rubriek DORPSGENOTEN….wordt wekelijks een kijkje genomen in het leven van een Biddinghuizenaar.
Door Herma Loohuis

Sientje van Tilburg - Het nieuws bijhouden met een loep

14-5-2011


Vroeger fietste ze het liefst door de polder, liever dan met de auto. Nu woont ze in het Lamoen, is meestal thuis en is maar liefst 93 jaar, geboren 9 november 1917! Ze leest met een loep alle nieuws wat maar voor handen is. Ze is overal in geïnteresseerd. Elke zondag komt er wel een kind op bezoek, al veertien jaar lang. Zolang is ze al weduwe.

Sientje kwam in Biddinghuizen met haar man en gezin aan de Kubbeweg te wonen. In 1956 kregen ze een boerderij in de N.O. polder. De gemeente wilde de grond graag hebben voor tulpenbouw en dat zag haar man niet zitten. Hij was liever akkerbouwer en zo verhuisden ze naar hier. Ze hebben vijf zonen en na acht jaar kregen ze alsnog een dochter.

Mijn thuis was een grote boerderij in Silvolde, Gelderland. We hadden vijf kinderen uit het eerste huwelijk. Mijn vader leed aan tuberculose en lag lange tijd in een aangebouwde serre. De serre lijkt op de serre waar ik nu op uit kijk vanuit mijn huis. Wat toevallig! Na zijn dood hertrouwde mijn moeder met zijn vriend en werden er nog eens drie meisjes geboren. Het was geen vetpot. We leefden heel zuinig. Mensen worden creatiever in hun arme tijd. Kijk maar naar de kinderen in arme landen, wat ze wel niet allemaal gebruiken om speelgoed van te maken.

Ik was leerplichtig tot mijn veertiende. Daarna, in 1931, ging ik in een betrekking in RIjnsburg. Ik kwam de advertentie tegen in een meisjesblad. Er werd gevraagd om een hulp die meer gaf om de goede behandeling dan om een hoog loon. Wij, meiden, gingen liever verder weg als huishoudelijke hulp, want in de Achterhoek werd je een boerenmeid en dat wilden we niet. Mijn moeder moedigde dat aan. Ik kwam terecht in Kloosterschuur; zo heette de boerderij. Deze was onderdeel van de abdij Rijnsburg. Ik hielp in de huishouding, omdat de moeder ziek was. Ik woonde er intern en verdiende vijf gulden in de week. Het klikte meteen heel erg goed tussen moeder en mij. Toen werd ik verliefd op haar zoon. We gingen in een apart gedeelte van de boerderij uit de vijftiende eeuw wonen. Later is de boerderij is in brand gevlogen door hooibroei. Dat vond ik heel erg. Ik was er erg aan gehecht. Op Kloosterschuur zijn vier van onze kinderen geboren.

Mijn man was in 1943 ondergedoken in de Noord - Oost polder en woonde in een barak. Hij kwam thuis, wanneer het kon; soms midden in de nacht. Ze gingen met een boot, waarin ze onderin de schuit lagen van Urk naar Amsterdam, probeerden ze de laatste trein te halen naar Leiden en vandaar met de fiets naar Rijnsburg. Soms was het maar voor een paar uurtjes. Dat heeft drie jaar geduurd.

Na de oorlog kreeg hij een baan bij de Rijksdienst en bleef in de N.O.P. Eerst als grondwerker met de schop sloten graven, daarna volgde hij een cursus voor ploegbaas en werd zo landbouwkundig opzichter. Het motto was: doet de medewerker het verkeerd, dan is het verkeerd geleerd. Hij leerde ook zijn kinderen: beweeg je onder de mensen en leer van elkaar. We kwamen, nu met het hele gezin, in een barak te wonen.Onze vrije tijd stond heel sterk in het teken van opbouw van school kerk en maatschapij. De oudste ging al naar school. We kregen ons eerste huis in Ens in 1949. We zijn daarna naar Tollebeek en vandaar naar Ankerpad in Espel en pachtten er een gemengd bedrijf in 1956.

De jongens zijn naar school gegaan in Kampen en Emmeloord. Mijn dochter ging naar Harderwijk. De kinderen hebben hun weg gevonden in de polder en zijn door heel Nederland gevlogen. Ik heb nu 22 kleinkinderen en 30 achterkleinkinderen.
Ik ben jaren voorzitster van de vrouwenbond geweest. Als zodanig heb ik Juliana en Bernard ontmoet tijdens hun verloving in Emmeloord. Juliana vroeg: ‘Wat denkt u dat de voertaal in de polder wordt?’ We zeiden:’We hopen dat het ABN zal worden.’ Dat is het nu ook geworden. Ik bezocht nieuwkomers in de gemeente en heette ze welkom.
Ik wil heel graag op mezelf blijven wonen en ben dankbaar dat dit nog zogoed gaat. maar besef wel dat dit nog mogelijk is door de vele mensen die mij hierin ondersteunen en helpen met de dingen die ik niet meer zelf kan doen.

Wat betekent Biddinghuizen voor u:
Heel goede thuiszorg, heel fijne buren. Ik voel me hier helemaal thuis. Ik woon hier vanaf 1976.
 
Wil je ook je verhaal vertellen;- wat iedereen heel leuk vindt-, mail dan naar hermaloohuis@chello.nl  en we maken een afspraak!
Eerder verschenen in Dorpsgenoten:

Realisatie: Sybit - Software op Maat